Populierenlaantje in de herfst (oktober 1884) - bron: Wikimedia Commons

Vincents schilderij “Populierenlaan in de herfst” is met olieverf geschilderd op doek en meet 99 × 65,7 cm. Het werk bevindt zich in het Van Gogh Museum in Amsterdam. Wat we op het schilderij zien is een tafereel zoals dat in oktober 1884 qua landschap in grote lijnen werkelijkheid was. Vincent heeft veel tijd besteed aan het schilderen van het zonlicht op de gouden herfstbladeren van de bomen.

In een brief aan zijn broer Theo beschreef Vincent rond 25 oktober 1884 vanuit Nuenen dit schilderij. Hij beperkte zich tot een korte samenvatting van het werk:

een nog al groote studie van een populierenlaan met de geele herfstblaren, waar de zon hier en daar schitterende plekken maakt op de afgevallen blaren op den grond, die afgewisseld worden door de lange slagschaduwen der stammen. Aan ’t eind van den weg een boerenhuisje en de blaauwe lucht er boven tusschen de herfstblaren door. (Bron: vangoghletters.org – brief 467)

Vincent noemde het een “nog al groote studie”, maar weidde verder niet uit over wat die studie dan wel inhield. Hieronder wordt duidelijk dat Vincent veel meer moet hebben bestudeerd dan alleen zijn kleurgebruik.

ZON

Nu eerst wat informatie over de locatie. Het punt waar Vincent zijn schildersezel had opgesteld, bevond zich op de Broekdijk in Nederwetten, juist vóór het bruggetje over de Hooidonkse Beek. Na het bruggetje gold (en geldt) de straatnaam Eikelkampen.

Kadaster 1832 - perceel A519 - © bewerking: Jan Bakker WebTeksten

Vincent stond met zijn rug naar het oosten (O) te schilderen, waaruit volgt dat de linkerkant van het schilderij het zuiden (Z) was en de rechterkant het noorden (N). Het afgebeelde “boerenhuisje”, de nog steeds bestaande Schoteldonkse Hoeve, dat wil zeggen de oostelijke zijgevel daarvan, stond vanuit Vincent gezien dus in het westen (W).

Uit onderstaande afbeelding blijkt dat vanuit de positie van de schildersezel van Vincent virtueel het woord “ZON” kan worden gevormd.

© Jan Bakker WebTeksten

Aan de schaduwen van de bomen, het bruggetje en de afgebeelde non ontdek ik een soort verschuiving in de tijd. Bij de schaduwen van de stammen komt het zonlicht van links. Dat is vanaf het zuiden, dus moet dat rond het middaguur zijn geweest.

Aan de schaduw van de brugleuning links is te zien dat de zon al wat verder naar het zuidwesten is opgeschoven. De schaduw van de non wijkt nog verder af; de zon staat nu kennelijk in het zuidwesten.

En er wordt nog iets anders duidelijk. Als ik zonder perspectief, dus tweedimensionaal, naar de non en haar schaduw kijk, is het alsof ik een wijzerplaat zie: de wijzerplaat van een klok die 16 uur aangeeft. Op het schilderij is het immers middag, eenzelfde tijdsituatie in de ochtend is onmogelijk.

© Jan Bakker WebTeksten

Ervan uitgaande dat Vincent dit allemaal bewust zo heeft weergegeven, moet er een speciale betekenis zijn van de tijd “16 uur”.

Die betekenis kan worden gevonden als de “16 uur” wordt gecombineerd met het eerder gevonden woord “zon”.

Indien de letters van de woorden “zon zestien uur” door elkaar worden gehaald, ontstaat als anagram “non ziet zes uur“. En dat is inderdaad waar. De schaduw die de non van zichzelf ziet, als zij naar de grond zou kijken, is langwerpig:

© Jan Bakker WebTeksten

ST-UUR

Het gevonden anagram “non ziet zes uur” biedt nieuwe aanknopingspunten. Ten eerste lijkt hiermee te worden bewezen dat de afgebeelde persoon inderdaad een non is. Dat valt binnen de context van Vincents schilderij, omdat de non bij de brug over de Hooidonkse Beek staat.

Deze beek stroomt vanaf dat punt eerst noord- en later westwaarts, waar hij tenslotte uitmondt in de rivier de Dommel. Bij deze monding stond in de periode 1146 tot 1648 de Priorij van Hooidonk. Dit was een klooster van de reguliere kanunnikessen van Augustinus en oorspronkelijk alleen bestemd voor dames van adellijke komaf.

Het tweede nieuwe aanknopingspunt betreft de tijd, die wordt nu immers analoog weergegeven, uitgaande van een 12-uurs tijdrekening. Waar ik eerst een anagram maakte van de (digitale term) “zon zestien uur”, maak ik er nu een van de (analoge term) “zon vier uur“. Het resultaat daarvan is: “zin over uur“.

Kennelijk verwijst Vincent hiermee naar de al genoemde brief aan zijn broer Theo, waarin hij het schilderij kort beschrijft. In de bewuste brief komt het woord “uur” niet als een enkel woord voor. Wel komt het driemaal voor als deel van een woord: eenmaal in “stuur”, eenmaal in “natuurlijk” en eenmaal in “duur”.

Voor zover ik het kan beoordelen, heeft alleen het woord “stuur” iets van een geheimpje in zich, als “st-uur“. Het woordje “st” in de betekenis van “st, niet verder vertellen“.

Deze zin waarin het woord “stuur” met de letters “u-u-r” is te vinden, is:

“Ik stuur ze omdat ik wil dat – als ’t eens voorkomt – ge iets van me kunt laten zien.–”

Opvallend is dat Vincent onder de letter “l” van het woord “als” een streepje heeft gezet. Enerzijds benadrukte hij het woordje daarmee, maar het is ook alsof hij wilde zeggen dat het streepje vóór dat woord “als” eigenlijk een letter “l” moet zijn.

Datzelfde gebeurt met het tweede streepje. Aan het eind van de zin staat direct na de punt een streepje dat er eigenlijk niet toe doet. Het is kennelijk de bedoeling dat het streepje tussen de woorden “voorkomt” en “ge” wordt vervangen door een punt. Hierdoor ontstaat de volgende cryptische zin:

“Ik stuur ze omdat ik wil dat l als ’t eens voorkomt.”

Hiervan kan een anagram worden gemaakt dat een verwijzing vormt naar Vincents latere werk “De Aardappeleters” (april/mei 1885). Enkele woorden in het anagram slaan op het schilderij zelf en andere komen in een later artikel aan bod bij beschrijvingen van andere werken van Vincent.

Dit is het betreffende anagram dat uit voornoemde cryptische zin kan worden gemaakt:

“klok os dommel zuidwaarts kot viertal ets tuin”

Deze oplossing klinkt raadselachtig, maar uiteindelijk blijkt elk woord relevant te zijn.

Overzicht gevonden woorden

Het woord “klok” bevestigt het uurwerk c.q. de wijzerplaat die van de non en haar schaduw kan worden gemaakt.

Het woord “os” zal vaker worden gebruikt in volgende artikelen en is een raadseltje op zichzelf. Indien de separate letters “o” en “s” worden vertaald naar hun rangnummer in het alfabet, wordt “15” respectievelijk “19” verkregen. Aan elkaar geplakt: 1519. Wordt daarbij de eerste “1” terugvertaald naar het alfabet, dan wordt de letter “A” gevonden. Met als resultaat: A519, wat volgens de Kadasterkaart van 1832 het perceel van Vincents “boerenhuisje” c.q. de Schoteldonkse Hoeve betreft.

Het woord “dommel” betreft de rivier die net ten westen van de hierboven genoemde Priorij van Hooidonk stroomde en stroomt.

Het woord “zuidwaarts” is een instructie die ik hieronder zal uitvoeren.

De woorden “kot” en “viertal” slaan op de boerenhut aan de (tegenwoordige) Gerwenseweg 4 te Nuenen, waar de familie De Groot woonde. Een viertal bewoners, waaronder leden van de familie De Groot, poseerde voor Vincents beroemde werk “De Aardappeleters”.

De woorden “ets” en “tuin” slaan op de code van Vincent die hij toepaste in “De Aardappeleters.” Daarover meer in een later researchresultaat.

Tot slot van dit artikel toon ik aan dat Vincents werk “Populierenlaan in de herfst” een soort aankondiging vormt voor zijn werk “De Aardappeleters”. Vincent laat namelijk in code weten dat hij de familie De Groot kent!

© Jan Bakker WebTeksten

Ik schreef het hierboven al, in het gevonden anagram “klok os dommel zuidwaarts kot viertal ets tuin” zit een zekere instructie verborgen. 

Feitelijk staat er: ga vanaf perceel A519 (os) naar de rivier de Dommel en volg die zuidwaarts tot je ter hoogte van het kot van het viertal bent.

Dit is een eenvoudige puzzel. Aangezien de Dommel ten westen van Nuenen stroomt (van zuid naar noord), hoeft alleen maar de breedtegraad van het kot van de vier aardappeleters te worden bepaald.

Volgens Google Earth is de breedtegraad van het huis aan de Gerwenseweg 4 te Nuenen:

51° 28′ 59.15”

Zoals op het bovenstaande kaartje is te zien, heb ik vervolgens via deze breedtegraad – opnieuw met behulp van Google Earth – de afstand gemeten tussen de punten B (het “kot”) en A (de Dommel). Deze afstand bedraagt 3,28 km.

Vincents code

Hier geef ik al iets van de code prijs van de code die Vincent toepaste in zijn werken. Hij maakte daarbij gebruik van een oud wetboek, het Eeuwig Edict van 12 juli 1611 (zie dit artikel). Hierin wordt een aantal wetten beschreven. Om de code te kunnen toepassen dient – uit een aantal cijfers – altijd de hoogst mogelijk wet te worden gevonden. In het geval van de gevonden 3,28 km is dat wet nr. 32: 

XXXII.

Ende t’voorseyde jaer gheëxpireert zijnde, den impetrant kennende de grootheyt van de schulden ende lasten, sal gehouden wesen hem te (…)  – bron: Universiteit Leuven

Het 8ste woord van wet 32 is “kennende”. Wie Vincent kende en om wie hij dit allemaal als code in zijn schilderij verwerkte, staat er direct achter: “de groot(heyt)”…

Prachtig hoe Vincent via een wetboek uit 1611 in code laat weten dat hij in 1884 iemand met de naam “De Groot” kende!

Nu dit allemaal zo naar voren is gekomen, begrijp ik waarom Vincent aan zijn broer schreef dat hij een “nog al groote studie” had gemaakt van zijn schilderij “Populierenlaan in de herfst”. Die studie had te maken met de locale historie en geografie en behelste kennelijk ook een voorstudie van codes in “De Aardappeleters!”

De tekst op deze pagina valt onder de “Naamsvermelding-NietCommercieel 4.0 Internationaal (CC BY-NC 4.0)-licentie van Creative Commons.