Het Shepherds Monument op Shugborough - bron: Wikimedia Commons

Het Shepherds (=herders) Monument is een onderdeel van het Shugborough Estate in het graafschap Staffordshire, dat deel uitmaakt van de Engelse regio West Midlands. Het monument staat in een fraai park, samen met een aantal op de antieke oudheid gerichte gebouwen. Het landgoed werd onder meer bewoond door admiraal George Anson, die halverwege de 18de eeuw een wereldreis maakte.

Rond het einde van die reis, op 20 juni 1743, wist Anson een Spaans galjoen te onderscheppen, dat op weg was naar Manilla (Philippijnen). Omdat zijn wereldreis was begonnen op het moment dat Engeland en Spanje met elkaar in oorlog waren, was Anson in het bezit van een zogenaamde kaperbrief. Dit officiële document gaf hem het recht om legaal schepen van de vijand te overmeesteren. Het Spaanse galjoen bleek een lading zilver met een waarde van 400.000 pond aan boord te hebben. Ansons buit maakte hem in Engeland een held. In 1751 werd hij benoemd tot opperbevelhebber van de Engelse admiraliteit.

Na zijn dood op 6 juni 1762 liet Anson een aanzienlijk fortuin na aan zijn broer Thomas Anson, die naast Brits parlementslid ook amateur-architect en vrijmetselaar was. Deze Thomas gebruikte het geld om het landhuis op Shugborough Estate op te knappen en het park in te richten volgens een patroon dat op geheime aanwijzingen duidde.

Waarschijnlijk Thomas Anson - Shugborough © National Trust

Een geheimzinnige code

Een van die aanwijzingen wordt gevormd door een stenen monument dat Anson ergens tussen 1762 en 1764 liet bouwen. Het Shepherds Monument toont een gespiegelde in reliëf gebeeldhouwde weergave van het schilderij “Les Bergers d’Arcadie II” (vertaald: de herders van Arcadië II) van de Franse schilder Nicolas Poussin (1594-1665).

Het schilderij en daarvan afgeleide sculptuur tonen een graftombe en een vrouw met drie herders die de inscriptie “Et in Arcadia ego” op de tombe bekijken. De Latijnse woorden betekenen zoveel als “ook ik ben in Arcadië (geweest)“.

Bij het bekijken van het oorspronkelijke schilderij, valt op dat het stenen reliëf een extra graftombe toont. De beeldhouwer lijkt daarbij te zijn geïnspireerd door een eerder schilderij van Nicolas Poussin met hetzelfde thema (Les bergers d’Arcadie I), waarop hij een dergelijke tweede tombe heeft afgebeeld.

Recht onder het stenen reliëf is een inscriptie zichtbaar (zie uitvergrote foto onder), die veel professionele en vooral amateur-onderzoekers de nodige hoofdbrekens heeft gekost, zonder dat enig resultaat werd bereikt. Onder de personen die hebben geprobeerd de betekenis van de inscriptie te achterhalen zou zich Charles Darwin hebben bevonden, net als codebrekers die zich verdienstelijk hebben gemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ondanks alle moeite is tot nu toe nog niemand erin geslaagd om tot een bevredigende oplossing te komen.

De reden daarvan is simpel: iedereen ging en gaat ervan uit dat de gegraveerde letters de beginletters vormen van een tekst. Dit is een denkfout die de ene onderzoeker van de andere heeft overgenomen.

(Wikimedia Commons)

De oplossing van de code

Op de onderste lijn van de inscriptie onder het reliëf zijn twee letters te lezen: D en M. Dit zijn twee Romeinse getallen, die staan voor respectievelijk 500 (D) en 1000 (M). Bij elkaar opgeteld geeft dat letterlijk: 1500. Op zichzelf vormen deze letters al een aanwijzing dat er naar een jaartal moet worden gezocht.

In het midden daarboven staan de letters O U O S V A V V. Dit zijn geen, of althans niet allemaal, Romeinse getallen. Daarom beschouw ik ze niet als zodanig en neem ik van de letters hun rangnummer in ons Latijnse alfabet, om die vervolgens bij elkaar op te tellen:

O (15) + U (21) + O (15) + S (19) + V (22) + A (1) + V (22) + V (22) = 137

Dus:

137+ 1500 = 1637

In dat jaar 1637 heeft Nicolas Poussin zijn werk “Les Bergers d’Arcadie II” (of: “Et in arcadia ego) geschilderd.

(oorspr. Wikimedia Commons)

De Steen der Wijzen

Op het schilderij zien wij een knielende herder (met de baard), die wijst met zijn wijsvinger naar de letter “R” in de tekst “ET IN ARCADIA EGO”.

Hier lijkt de geschilderde versie wat de herders betreft af te wijken van het gebeeldhouwde reliëf van het Shepherds Monument. Ook daar wijst een herder, nu met zijn duim, naar de letter R. Maar met dezelfde hand en een deels ontbrekende wijsvinger, wijst hij bovendien naar de letter N:

© Jan Bakker WebTeksten/Duyo Geldrop

Deze letter N komt echter wel degelijk voor op de geschilderde versie, maar dan slim verborgen als een tak tussen twee bomen. Niet als een “gewone” letter N, maar gespiegeld:

© Jan Bakker WebTeksten

Het moet nu duidelijk zijn dat de combinatie van de letters N en R iets met elkaar te maken heeft, zowel op het schilderij als op de daarvan afgeleide gespiegelde stenen weergave.

Aangezien deze twee letters N en R, net als de letters uit de bovenste rij van de inscriptie, geen Romeinse getallen zijn, neem ik weer hun rangnummer in het alfabet. Dat is respectievelijk 14 (N) en 18 (R). Aan elkaar geplakt wordt op deze manier het jaartal 1418 verkregen (andersom, 1814, kan niet, want dat is ten opzichte van het schilderij te laat in de tijd).

Zou dit een aanwijzing kunnen zijn naar de identiteit van de overledene in de tombe? Of wordt daar overdrachtelijk naar verwezen? Als dat zo is, moet ik op zoek gaan naar iemand die in het jaar 1418 is overleden. Met dank aan Wikipedia komt vrij snel iemand met dezelfde voornaam als Nicolas Poussin tevoorschijn: de Franse alchemist Nicolas Flamel (1340-1418). Van Flamel, overleden op 22 maart 1418, wordt verteld dat hij erin geslaagd zou zijn om de Steen der Wijzen (een alchemistische substantie) te maken, waarmee hij onedele metalen kon omzetten in goud.

(Wikimedia Commons)

De vervaardiging van het beeldhouwwerk in het portaal (afbeelding boven) van de kerk van Saint-Jacques-de-la-Boucherie in Parijs werd in 1389 betaald door Nicolas Flamel, die samen met zijn vrouw Perenelle staat afgebeeld. Flamel zou in het jaar 1418 in deze kerk worden begraven.

Als nu de sterfdatum van Nicolas Flamel nader wordt beschouwd, 22 maart = 22-3, valt mij iets op. Het getal “22” staat in het alfabet voor de letter “V” en die komt in de inscriptie 3x voor.

Zoals op de afbeelding (zie onder) is te zien, verschijnt in de inscriptie tweemaal de letter “O“, terwijl de letters “U“ en “A” vervolgens elk maar één keer voorkomen. Dat geldt ook voor de letter “S“. Dit is echter, net als de letter “V”, een medeklinker. Zou het daardoor mogelijk kunnen zijn dat ook de letter “S” voor een sterfdatum staat?

Omdat deze letter “S” de 19de letter in het alfabet is en maar één keer voorkomt, zou dat kunnen duiden op 19 januari. Dat is in het jaar 638 of 639 de dag van het overlijden van de ‘goede’ Merovingische koning Dagobert I.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat het vroeger gebruikelijk was om in jaartallen het cijfer “1” van “1000” niet te noemen. De jaartallen 638 en 639 zouden dus evengoed op de jaren 1638 of 1639 kunnen slaan, de periode dat Nicolas Poussin actief was met zijn sublieme schilderwerk.

© Jan Bakker WebTeksten

Voor het vervolg is het van belang dat er via de door mij gevolgde methode maar vijf van de acht letters uit de inscriptie overblijven: O-U-S-V-A. Hiervan kan het volgende Franstalige anagram worden gemaakt:

A-VU-OS” = (vertaald uit het Frans) “heb de beenderen (botten) gezien”.

Wat Nicolas Flamel betreft was Parijs de enige plek waar zijn beenderen in theorie konden worden aanschouwd. Nadat deze alchemist op 22 maart 1418 was overleden, werd hij – zoals boven al aangegeven – begraven in de kerk van Saint-Jacques-de-la-Boucherie in Parijs. Na de revolutionaire periode in Frankrijk werd deze kerk in 1797 verwoest. Het graf van Flamel moet tot aan de periode 1762-1764 dus nog intact zijn geweest.

De beenderen van de andere gevonden overleden persoon, Dagobert I, konden destijds eventueel ook worden aanschouwd. Dat kan bij het openen van zijn tombe nog steeds, want in de Kathedrale basiliek van Saint-Denis (voorstadje van Parijs) staat zijn grafmonument. Overigens bevinden zich in deze kerk de graven van de meeste Franse koningen, koninginnen, prinsen en prinsessen. Alleen Filips I, Lodewijk VII en Lodewijk XI werden op een andere plaats begraven.

Tombe van Dagobert I - Wikimedia Commons

Wat dit alles precies betekent en of het grafmonument van Dagobert I in de codes moet worden betrokken, hoop ik binnenkort, tijdens mijn nog lopende research, boven water te krijgen. Moet Flamels ‘Steen der Wijzen’ via het grafmonument van Dagobert I leiden tot goud?

De tekst op deze pagina valt onder de “Naamsvermelding-NietCommercieel 4.0 Internationaal (CC BY-NC 4.0)-licentie van Creative Commons.