Dit artikel gaat met name over de Nederlandse kunstschilder Jan van Scorel (1495-1562). In het jaar dat Leonardo da Vinci stierf (1519) bracht Van Scorel een bezoek aan onder andere Duitsland, Oostenrijk en Italië. In Duitsland deed hij Neurenberg aan. Daar leefde en werkte een groot Duits kunstenaar: Albrecht Dürer (1471-1528). Na een bezoek aan hem reisde Van Scorel door naar Oostenrijk. Daar schilderde hij in 1519 het altaarstuk en triptiek “De Heilige Maagschap”. Uit de naam van dat werk blijkt hoe Van Scorel beïnvloed was geraakt door Dürer. Precies 366 jaar later in de tijd kwam er een onverwacht vervolg op.
Sommige lezers zullen twijfelen aan de verbanden die ik leg tussen onder anderen Albrecht Dürer en Jan van Scorel. Daarop zou ik willen reageren door aan te geven dat de meeste kunstenaars en kunstschilders behoorlijk goed geschoold waren. Na hun scholing of studie kwamen zij in de leer van een gevestigde meester, die meestal over goede contacten beschikte, tot aan hofkringen of diplomaten toe. De meesters brachten hun leerlingen ongetwijfeld bij hoe zij symboliek in hun werken konden aanbrengen. Op deze manier werden ook bepaalde “geheimen” van schilder op schilder overgebracht, generaties lang. Kunstschilders groepeerden zich vaak in gildes om op die manier hun ambacht en aanverwante zaken met elkaar te delen en te beschermen.
Even terug naar Da Vinci. De roem die Leonardo da Vinci tijdens en na zijn leven vergaarde, zou via zijn kunstzinnige uitingen gaan uitstralen naar Jan van Scorel. Met andere woorden, bepaalde ideeën van de Renaissance sloegen aan bij Van Scorel. Ik schreef zojuist “via zijn kunstzinnige uitingen”, want toen Van Scorel nog later in 1519 in Italië aankwam, woonde Da Vinci al drie jaar in Frankrijk. Het genie zou daar op 2 mei 1519 komen te overlijden.
Ingenieur
Net als Da Vinci was Jan van Scorel iemand die van vele markten thuis was. Hij werd een alleskunner, een homo universalis. Dat openbaarde zich niet meteen, maar ontwikkelde zich langzaam nadat hij een poosje in Italië had gewoond. Van Scorel begon in het voetspoor van Da Vinci uitvindingen te doen, met name op technisch gebied. Ook was hij veel later, in de periode van 1549 tot 1553, actief als waterbouwkundig ingenieur en ontwikkelde hij plannen om in Noord-Holland grote binnenmeren droog te leggen en om te vormen tot polders.
Tekenen en schilderen
Maar wie was Jan van Scorel nu eigenlijk? Hij werd op 1 augustus 1495 geboren in, zoals zijn naam al aangeeft, Schoorl in Noord-Holland. Zeer waarschijnlijk was hij de onwettige zoon van de pastoor van het dorp. In Alkmaar ging hij naar de Latijnse school. Al snel bleek dat Van Scorel aanleg had voor tekenen en schilderen. Op 17-jarige leeftijd, in 1512, werd hij assistent van de Amsterdamse schilder Jacobs Cornelisz van Oostsanen, nadat hij een opleiding tot kunstschilder had gevolgd bij Cornelis Willemsz in Haarlem.
Jeruzalem
Zes jaar later, in 1518, vertrok Jan van Scorel voor een lange reis die hem eerst door Duitsland voerde. Eind 1518/begin 1519 arriveerde hij in Neurenberg, waar hij zoals gezegd Albrecht Dürer bezocht. Van daaruit reisde hij via Oostenrijk naar Italië (Venetië) en tenslotte per boot naar het Midden-Oosten. Daar bracht hij een bezoek aan Jeruzalem en Bethlehem.
Paus Adrianus VI
Weer vier jaar later, in 1522, werd hij door de Nederlandse paus Adrianus VI benoemd tot conservator van de Vaticaanse oudheden in het Belvédère te Rome. Hij volgde daarbij de beroemde Rafaël op. Toen Adrianus VI, eens in het religieuze zadel geholpen door keizer Karel V, in 1523 onder verdachte omstandigheden kwam te overlijden, keerde Van Scorel terug naar Nederland. In 1528 werd hij kanunnik van de Mariakerk in Utrecht. Hij leefde ongetrouwd samen met Agatha van Schoonhoven, die hem vier kinderen zou schenken.
Italiaanse invloed
Jan van Scorel begon na zijn terugkeer uit Italië een atelier in Utrecht, waar hij samen met zijn leerlingen prachtige schilderijen vervaardigde. Tot die leerlingen behoorden Anthonis Mor en Maarten van Heemskerck. In de vele werken waren de door Van Scorel opgedane Italiaanse invloeden duidelijk herkenbaar. In mijn boek Het Gesso Mysterie uit 2013 (en herziene uitgave van 2018) beschrijf ik een kort fictief moment uit het werkzame leven van Jan van Scorel.
De Heilige Maagschap
Toen Jan van Scorel in de loop van 1519 Oostenrijk bezocht, begon hij belangstelling te krijgen voor het schilderen van altaarstukken. Dat was in die tijd een populair genre en ook Van Scorel ontkwam niet aan opdrachten daartoe. Een van zijn eerste altaarstukken was het triptiek dat hij maakte voor de parochiekerk (Pfarrkirche) St. Martin in het dorp Obervellach in Karinthië (het midden-zuiden van Oostenrijk). Een triptiek is een drieluik, waarbij de drie delen met scharnieren aan elkaar bevestigd zijn. Hierdoor kunnen de twee deuren geopend en gesloten worden. Een foto van Van Scorels gesloten triptiek uit 1519, met de alternatieve naam “De Heilige Maagschap”, is hieronder afgebeeld:

Het gesloten Obervellach-triptiek (1519) van Jan van Scorel. Links de geseling, rechts de kruisdraging. Foto: RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag
De naam “de Heilige Maagschap” kan in verband worden gebracht met Jezus en zijn familie. In het Duits heet dit begrip “die Heilige Sippe” en juist in dit verband is het interessant dat Van Scorels werk duidelijk invloeden vertoont van Albrecht Dürer, die op zijn koperets Melencolia I een nogal sippe c.q. sikkeneurige engel heeft afgebeeld.
Ik richt mij nu op de rechterdeur van het gesloten triptiek uit 1519. Aan de onderkant van de rechterdeur bevindt zich in hoofdletters een naam, die op de kop, dus omgekeerd is geschreven:
Ook zonder de afbeelding om te draaien is het al duidelijk dat hier IOANNES staat, de gelatiniseerde vorm van de naam Jan: JOHANNES. In een vouw verdwijnt een deel van een letter S, die ongetwijfeld in het Latijn naar “Scorel” verwijst. De op hun kop staande letters AO vormen een belangrijke aanwijzing. Uit deze denkbeeldige letters A en O komt een verwijzing naar de Openbaring van Johannes naar voren. Daarin wordt driemaal gesproken over de Alfa en de Omega, waarmee God bedoelt aan te geven het Begin en het Einde van alles te zijn.
Nes in Friesland
Hetzelfde principe vinden wij terug in het anagram dat wij van SENNAOI kunnen maken: AO IN NES. Dat wil zeggen, de Alfa en de Omega in Nes, ofwel het begin en het einde in Nes. Het woord “nes” betekent landtong en Nederland kent verschillende plaatsen met die naam. Jan van Scorel bedoelt hier het dorp Nes in het noorden van Friesland, in Dongeradeel. Daar staat binnen een vierkant stratenplan de hervormde Sint-Johanneskerk, een eenbeukige kerk met delen uit de 12de eeuw die nog bewaard zijn gebleven. Het koor stamt uit de 13de eeuw.
Lijden
Het romaanse kerkje was oorspronkelijk gewijd aan Johannes de Evangelist, die met zijn bekende Johannesevangelie uit het Nieuwe Testament een levensverhaal (biografie) van Jezus heeft geschreven. Johannes omschrijft vooral handelingen en uitspraken van Jezus en benadrukt daarbij Zijn lijden en sterven. Vooral het lijden (geseling, kruisweg) zijn onderwerp van de gesloten deuren van het Obervellach-Triptiek.
Nova Roma
Indien Jan van Scorel met “AO in Nes” inderdaad doelt op de Sint-Johanneskerk in Nes, rijst de vraag wat Nes in het uiterste noorden van Friesland te maken heeft met Jan van Scorel. Deze kunstschilder was immers geboren en getogen achter de duinen van Noord-Holland. Hij zou daar na veel omzwervingen in de periode 1549 tot 1553 naar terugkeren in verband met zijn voorgenomen ontwatering van de latere Sijpepolder.
In het jaar 1550 maakte Jan van Scorel een kaart van het in te polderen gebied. Hij noemde de polder Nova Roma, Nieuw Rome, en schreef dat op zijn kaart:
Ende sal Genaemt werden Nova Roma.
Van Scorel voorzag zeven nieuwe dorpskernen in de polder. De dorpskern St. Jan (afgeleid van Sint-Johannes) is voor ons de belangrijkste. Uit onderstaande bewerkte afbeelding blijkt waarom. Links zien we de kaart van Jan van Scorel uit 1550, gericht op het noorden. Daarnaast een gespiegeld huidig beeld van Nes en de zeedijk uit Google Earth:
Door het spiegelen van de rechter afbeelding krijgen beide zeedijken dezelfde richting. En we zien meteen dat de voorgenomen dorpskern met de St. Janskerk in de Sijpepolder qua ligging overeenkomt met de Sint-Johanneskerk in Nes. Aangezien deze kerk oorspronkelijk uit de 12de eeuw stamt, kunnen we nu aannemen dat de 16de eeuwse kaart van Jan van Scorel is gekopieerd van een veel oudere kaart. Kennelijk heeft hij zijn nieuwe ideeën afgeleid van iets wat zich al honderden jaren eerder in het noorden van Friesland had afgespeeld… Daarvan was Jan van Scorel al in 1519 op de hoogte, toen hij als aanwijzing naar Nes de naam IOANNES (AO in Nes) in spiegelbeeld op het Obervellach-Triptiek plaatste.
Friezenkerk
Deze aanwijzing uit 1519 redt Jan van Scorel van vermoedens van plagiaat of iets dergelijks. Nu hij overduidelijk het Friese dorp Nes in zijn triptiek heeft gecodeerd, kan het niet anders dan dat hier nog veel meer achter zit. Een gecombineerde verwijzing naar zowel “Nieuw Rome” als de Friezen kan wellicht worden gezien als een verband met de Friezenkerk in Rome. Die kerk was gebouwd in de buurt van het Vaticaan, op de plaats waar rond het jaar 800 een Friese kolonie was ontstaan. Op de eerste kerstdag van dat jaar 800 werd Karel de Grote door paus Leo III in de Oude Sint-Pietersbasiliek tot keizer gekroond.
Galmgaten
De vraag rijst wat Jan van Scorel precies wil zeggen met “het begin en het einde” in het dorpje Nes. Welnu, naar mijn mening moet dat onder andere gaan om de luidklokken achter de galmgaten in de toren van de Sint-Johanneskerk:

Sint-Johanneskerk in Nes, Dongeradeel. Credits: Theun at fy.wikipedia, CC BY-SA 3.0,
Het valt op te merken dat de toren van deze kerk een zadeldak heeft, een bouwstijl die vooral bij romaanse kerken in Noord-Nederland voorkomt. De betreffende kerken worden daarmee een soort Paard van God. Dit lijkt op het eerste gezicht wat vergezocht. Dat is het beslist niet en zeker niet bij de romaanse kerk in Nes. Bij het nogmaals beschouwen van het woord SENNAOI kan een tweede anagram worden gemaakt: AO NINES. “AO” staat dan met de Alfa en de Omega weer voor God, terwijl NINES het Engelse woord voor “negens” is. De Alfa en Omega komen voor in Openbaring hoofdstuk 9 vers 9 (“negens“). Daar vind ik:
En zij hadden borstwapenen als ijzeren borstwapenen; en het gedruis hunner vleugelen was als een gedruis der wagens, wanneer vele paarden naar den strijd lopen. (Bron: statenvertaling.net).
Humor?
De “borstwapenen” kunnen wij hier interpreteren als de gietijzeren muurankers die we vinden op de bakstenen muren van de kerktoren in Nes, het gedruis van de vleugels doet denken aan vogels en/of vleermuizen die in de kerktoren huizen en ja, het zadeldak van de toren zou dan op de paarden kunnen slaan. Subtiele humor van Jan van Scorel?
Geert van Wou
In de zadeldaktoren van de Sint-Johanneskerk in Nes bevinden zich twee luidklokken, de ene uit 1477 en de andere uit 1686. Het is niet bekend of de luidklok uit 1686 een oudere voorganger heeft gehad, maar de kans daarop is zeer groot (zie onder). Voor dit verhaal is in eerste instantie de klok uit 1477 van belang, uiteraard omdat deze klok dateert van vóór het Obervellach-Triptiek. De bewuste klok is gegoten door een bekende luidklokgieter uit de 15de en de 16de eeuw: Geert van Wou. Twee jaar na 1477 zou Van Wou een voorslag gieten voor de Domtoren in Utrecht.
Maria Magdalena
De luidklok uit 1477 van de kerk in Nes is versierd met afbeeldingen van Maria met Kind en van Johannes de Evangelist. Bovendien staat er een tekst op de klok: MESTER GERT ME FECIT (Meester Gert hij maakte mij). Met “Gert” wordt ongetwijfeld “Geert van Wou” bedoeld. In anagram wil het zinnetje zeggen: SECRET GRIEF TETE MM. In deze Franstalige tekst staat MM voor Marie Madeleine (Maria Magdalena).
De vertaling van de tekst is:
verdrietig geheim (over) hoofd (van) Maria Magdalena.
Met deze tekst op de luidklok in gedachten voltooide Jan van Scorel in 1529 zijn schilderij “Maria Magdalena”. Het geheim dat dat prachtige werk verbergt, onthul ik deels in mijn onderzoeksroman “Het Gesso Mysterie”. Lees hier een ander artikel van mij over Maria Magdalena.
Eijsbouts Asten
Stel dat de kerk en de toren in Nes onderdeel uitmaken van een geheim waarbij priesters of geheime genootschappen minimaal tot in de huidige tijd nieuwe aanwijzingen genereerden. Is het dan mogelijk dat latere aanpassingen aan de kerk en de toren daarop zijn geïnspireerd? Zo zijn de mechanische uurwerken aan de oost- en de westkant van het zadeldak in het jaar 1916 geplaatst door uurwerkfabriek B. Eijsbouts in Asten (Noord-Brabant).
Het is in dit verband geen toeval dat deze uurwerken, in de toren boven de halfronde galmgaten, enigszins verwant lijken met de wijzerplaat/klok die we boven de poort op het Obervellach-Triptiek vinden:
Verdraaiing
Normaal gesproken had Jan van Scorel via zijn triptiek uit 1519 nooit kunnen wijzen op de relatief moderne mechanische uurwerken in de toren van de kerk van Nes in Friesland. Door de uurwerken in een later stadium alsnog aan te brengen in de kerktoren heeft men Jan van Scorel met succes gesteund bij het definitief(?) verzegelen van een kennelijk bijzonder geheim. Deze moedwillige verdraaiing van de geschiedenis leidt immers tot het uitsluiten van elke poging tot het leggen van een historisch verband. Een prachtmanier om iets geheim te houden!
Roede & mijter
Waartoe dient dit allemaal? Wel, ik heb stellig de indruk dat Jan van Scorel een tweede klok op de linkerdeur van het gesloten triptiek wilde suggereren. Vandaar dat ik hierboven heb aangegeven dat er een voorganger van de luidklok uit 1686 moet zijn geweest. De afgebeelde twee poorten op het triptiek zijn kennelijk de in- of uitgang van één en dezelfde poort. De tweede klok zien we niet, maar kunnen wij er wel bij denken. Binnen het kader van de linkerpoort (zonder klok) treffen wij twee zaken aan: een roede en de mijter van een geestelijke.
Half om
In de tijd van Van Scorel schreef men “mijter” als “miter” of als “mitre” (afgeleid van het Latijnse mitra). Ik voeg vervolgens “mitre” en “roede” samen en vinden als anagram daarvan: “rotere demi”. Het woord “demi” betekent “half”, terwijl “rotere” in het Latijn de tweede persoon enkelvoud is van “roto” en dat betekent “jij draait” of “jij roteert”.
Met andere woorden: “jij draait half om”
Dat slaat dan op de denkbeeldige linkerklok, identiek aan de rechterklok. Deze klok dient vervolgens kennelijk half omgedraaid te worden.
SENNAOI
Ik keer nu terug naar de omgekeerde naam SENNAOI, onderaan de gesloten rechterdeur op het triptiek. Door de naam SENNAOI te schilderen, vraagt Jan van Scorel ons als het ware om het deurpaneel verticaal te spiegelen. We willen immers zijn naam kunnen lezen zonder ons hoofd daarvoor om te draaien. Door de naam op het paneel (en daarmee het hele deurpaneel) te spiegelen, wordt dat wat onderaan het deurpaneel staat, zichtbaar aan de bovenkant.
Gespiegelde letters
Uit onderstaande afbeelding blijkt echter dat we er daarmee nog niet zijn, want op die manier (middelste afbeelding onder) kunnen wij de naam nog steeds niet normaal lezen. Duidelijk is dat het daarna nog eens gespiegeld moet worden, nu horizontaal. Nadat we deze handelingen hebben verricht, staat er eindelijk IOANNES (rechtse afbeelding), met twee gespiegelde letters N, die naar Nes in Friesland blijven verwijzen:

Copyright © 2018-2025 Duyo Geldrop/Jan Bakker WebTeksten.
Klokken-mysterie
Door al dit spiegelen is niet alleen de naam, maar ook de klok op deze rechterdeur verticaal en vervolgens horizontaal gespiegeld geraakt. Het resultaat is dat de klok nu half gedraaid is, van onder naar boven, precies zoals “bevolen” werd met het anagram “jij draait half om”. Wij zien nu een mysterieuze klok die enkele duidelijke overeenkomsten heeft met de klok die Vincent van Gogh op zijn beroemde werk “De Aardappeleters” schilderde. Voor de duidelijkheid heb ik beide geschilderde klokken naast elkaar afgebeeld:

Copyright © 2018-2025 Duyo Geldrop/Jan Bakker WebTeksten – Links de tweemaal gespiegelde éénwijzerige klok op het triptiek (ovaal vanwege de invalshoek). Rechts de klok op “De Aardappeleters”, met de kleine wijzer in een ongeveer gelijke stand.
Opvallend is dat het overeenkomstige cijfer 2 mogelijk duidt op het overeenkomstige cijfer 6 bovenaan, wat een aanwijzing vormt naar (2 x 6 =) 12, het getal dat eigenlijk bovenaan dient te staan.
21 juni
Door de zonnestralen op de klok op de rechterdeur van het gesloten Obervellach-Triptiek wordt mij duidelijk waarom Vincent van Gogh het Romeinse cijfer VI (6) bovenaan heeft gezet. Behalve dat het om de eerste twee letters van zijn voornaam ging, was het een verwijzing naar Christus, het Licht.
Het getal 6 slaat namelijk niet op een uur op de wijzerplaat, maar op een maand. In dit geval de 6de maand, ofwel de maand juni. Doordat het cijfer 6 eigenlijk elders op de wijzerplaat thuishoort, wordt het andersom een 9, die in tijd gelijkstaat aan 21 uur. De getallen 6 en 21 wijzen daarmee op 21-6, oftewel 21 juni, de dag waarop de zon zijn hoogste punt bereikt en waarmee de zomer wordt ingeluid. In 1885 was dat maar een week of drie nadat het schilderij van Van Gogh werd voltooid.
366 jaar
Het meest frappante vind ik echter dat het schilderij “De Aardappeleters” (1885) exact 366 jaar na het Obervellach- Triptiek (1519) is vervaardigd. Hiermee wordt Christus op een geweldig originele manier vereerd: het getal 366 symboliseert in jaren het maximum aantal dagen in een (schrikkel)jaar waarop de Zon (God of Christus) vanaf de Aarde kan worden waargenomen. De Aarde draait immers in een jaar rond de zon! In een droog gebied zonder wolken kan iemand tijdens een schrikkeljaar in theorie 366 dagen lang overdag de zon zien schijnen.
Zonnestralen
Hebben we hier te maken met een schijnverband (te veel aanwijzingen om aannemelijk te kunnen combineren) of een werkelijk bestaand letterlijk “schijnverband” (de Zon, het Licht, Christus, Maria Magdalena, de Mens)? Persoonlijk ben ik geneigd voor de tweede optie te gaan, al was het alleen maar door de zonnestralen die Jan van Scorel op de klok van zijn triptiek heeft geschilderd.
Reageren op dit artikel? Dat kan niet in het openbaar. Wel is het mogelijk om rechtstreeks naar de schrijver (Jan Bakker) te reageren. Gebruik hiervoor het formulier op de contactpagina.